10 May 1981 – Kraftwerk brengt Computer World uit.
12 Augustus 1981 – IBM brengt de Personal Computer uit.
Neil Young besteedt ondertussen het grootste deel van zijn tijd aan therapieën met zijn zwaar gehandicapte zoon. Altijd al geïnteresseerd in nieuwe technologie koopt hij toch een Vocoder en een Synclavier en begint hij, tussen de therapieën door, te experimenteren met de nieuwe digitale hardware.
De complexiteit en het geluid van de nieuwe instrumenten zijn voor Neil een metafoor voor de band en de communicatie die hij met zijn zoon tracht op te bouwen.
Ondertussen draait de muziekindustrie als nooit tevoren. Commerciële synthpop en over-the-top rock acts domineren de charts.

Neil zit op dat moment nog maar net bij platenmaatschappij Geffen. Zijn vorige album re.actor was een commerciële flop en Geffen zit ongeduldig te wachten op Neils next million selling rock album. Neil laat zich, zoals steeds, niet sturen en brengt het grillige, half rock/half electronisch album Trans uit. Geffen is woedend over de gekozen sound maar kan niets doen om Neils platen contract artistieke vrijheid garandeert. Trans presteert opnieuw ver onder de verwachtingen. Geffen is woedend, verdenkt Neil van bewuste obstructie en daagt hem voor de rechter ‘for not sounding like Neil Young…’
Het album klinkt inderdaad totaal niet zoals we van de klassieke Neil Young gewoon zijn.
Maar… de plaat is een straffe sign of the times en anno 2019 klinken de electronische nummers eigenlijk nog steeds verbazend fris. In tegenstelling tot David Geffen, was ook de journalist van Rolling Stone begin 1983 enthousiast.
Zie hieronder voor een nederlandse interpretatie van de album recensie uit Rolling Stone Magazine van 3 februari 1983.

Review: Trans – Neil Young
“Well, Mr. Weird is at it again” Dat was zowat het eerste dat ik over Trans hoorde. Inderdaad, de plaat bulkt van synthesizers en Vocoder klanken. En we zijn wel wat experimenteren gewoon van Neil Young maar deze plaat lijkt toch wel een heel drastische breuk met zijn vroegere werk. De parallel met Low van David Bowie (het radicale afscheid van zijn Thin White Duke personage), wordt dan snel getrokken al is Trans misschien zelfs nog verrassender. Neil Young bleef, ondanks zijn wispelturigheid, tot nu toe altijd trouw aan de oude vertrouwde Amerikaanse songwriter traditie. Wel, dat is op deze plaat helemaal niet meer het geval. Wat is er aan het gebeuren als zelfs onze stoerste songschrijver een computerkloon wordt, zijn stem door digitale vervormers duwt en zijn teksten tot code verkapt… Waar gaat het naartoe met deze Brave New World? Is nu zelfs Neil Young de weg kwijt? Of heeft zijn drang om te ontsnappen aan het trieste lot van zijn vroegere bandleden, de eindeloos tourende Crosby, Stills en Nash, hem definitief doen ontsporen? Neen. Ik denk het niet!
Het ziet er wel naar uit dat Young nog steeds op zoek is. Hij verkent verder het pad dat hij met zijn vorige plaat re.actor al ingeslagen was. Een aantal platen van dat moment, met Kraftwerk’s Computer World op kop, hebben duidelijk zijn aandacht. Veel nummers op Trans lijken een impressie van de digitale wereld die Kraftwerk ons in 1981 koel en strak voorschotelde. Samen met de computers en synthesizers werden echter ook Crazy Horse en Ben Keith en Nils Lofgren naar de studio in Hawai gevlogen. Met die vertrouwde alumni werden een ook aantal traditionelere nummers opgenomen. Strakke computers tegenover lampenversterkers, digitaal versus analoog, het is de bewust gekozen dualiteit die van Trans zo’n intrigerende plaat maakt. Er zit gelukkig altijd structuur in Neils wispelturigheid.
En zo begint de plaat eigenlijk met een valse start, een perfect onschadelijk liefdesriedeltje getiteld “Little Thing Called Love.” De intro klinkt fris en sprankelend en het refrein eindigt in een mooi, verrassend majeur 7 akkoord, maar de tekst is een verzameling van aan elkaar geplakte niemendalletjes: “Only love puts a tear in your eye / Only love makes you hypnotized…” en dat gaat zo maar door. De song is eigenlijk te simpel voor deze plaat maar dat is misschien net de bedoeling. De fade out van het nummer is nauwelijks afgelopen of de drumcomputer en de synthesizers maken hun opwachting. Na een paar maten al ruimen ze de baan voor de androids! Vier nummers lang zingt Young met een nauwelijks begrijpbare elektronisch vervormde stem. Hij klinkt alsof hij alleen nog binair publiek tracht te behagen en de nummers “Computer Age” en “Transformer Man” zijn de hymnes van een nieuw, door microchips bestuurd, Utopia. Maar Youngs elektronische legers klinken helemaal niet bedreigend als ze ons bezingen met fijne bliepstemmetjes. Elke menselijke emotie lijkt weggenomen om de muziek tot perfectie te tillen.
Young heeft de nieuwe tools goed onder de knie en hij gebruikt ze om zijn ideeën te conceptualiseren. Mooi! Trans is zonder twijfel een stilistisch eerbetoon aan de heren van Kraftwerk: “Computer World” en “Computer Love” worden bij Neil “Computer Age” en “Computer Cowboy”. Maar de afstand tussen Neils muzikale universum en de West-Duitse high-tech sound blijft toch nog behoorlijk groot. Zeker drie nummers van de plaat klinken nog steeds als onversneden klassieke Neil Young.
“Like an Inca” bv is een Neils meest oprechte en ongegeneerd visionaire songs ooit, en zal niet misstaan tussen meesterwerken als “Last Trip to Tulse.” “The Old Homestead” en “Like a Hurricane.”
Het oude en nieuwe geluid matchen eigenlijk niet echt met elkaar. Denk aan… bijvoorbeeld een blokhut met een schotelantenne. Het past langs geen kanten maar werkt wel. De drie zweverige singersongwritersongs “Little Thing Called Love,” “Hold On to Your Love” and “Like an Inca” staan diametraal tegenover de vijf strakke computer tunes. De nieuwe versie van Mr. Soul (afgestofd uit de Buffalo Springfield kast) combineert beide uitersten en wordt daardoor het interessantste nummer van de plaats. De song maakt een reverence naar het verleden en naar de nieuwe digitale dageraad. Dit is een wereld in trans-itie (pun intended). Een kantelpunt in de geschiedenis waarbij oud plaats maakt voor nieuw en waarbij we ons best moeten doen om mee te blijven met de zich steeds steeds sneller opvolgende veranderingen.
Young lijkt daar geen probleem mee te hebben. Hij schakelt moeiteloos tussen de twee werelden en geniet er duidelijk van (in tegenstelling tot zijn diehard folkie fans die nu voor altijd op een nieuwe Harvest zullen moeten wachten). Wanneer je als luisteraar door de grillige sound heen kijkt dan ontdek je dat deze plaat eigenlijk een straffe verhandeling is over het man-meets-machine thema. Neil Young baant zich elegant een weg doorheen de high-tech nummers. Luister hoe hij in “Computer Cowboy” heel sterk een vette gitaarrif combineert de drumbeat (is daar ooit al iemand anders in geslaagd?) en eigenlijk hij verdient een dance-club hit met “We Are in Control”. Neil, de op hol geslagen computerdokter, out-Krafts the krauts.
Door uiteindelijk toch nog klassiek af te sluiten met “Like an Inca” toont Neil uiteindelijk dat hij steeds terugkeert naar zijn roots en in staat is om de machines tot stilstand te brengen.
I feel sad, but I feel happy
‘Cause I’m coming back to home
There’s a bridge across the river
That I have to cross alone
Like a skipping rolling stone.
Neil Young houdt van elektronisch speelgoed. Dat weten we al langer. Maar tussen de kwartshorloges zal hij altijd die ene opwindwekker blijven. Eenzaam zoekend naar muzikale waarheid blijft Neils klok tikken op het ritme van ‘love, humanity, dignity, strength’.
The bigger cause!